Interview
Fotocredit: Elvin Boer

Een kijkje achter de schermen bij Heel Holland bakt

Natuurlijk mag je proeven van al die lekkere baksels als je bij Heel Holland bakt werkt. Maar het is ook keihard werken. Daarom zet Janny van der Heijden het productieteam in het zonnetje.

Heel soms zien we in Heel Holland bakt iemand van de productie door het beeld kruipen om de afwas op te halen. Verder zijn de schijnwerpers in en rond het populaire programma op de thuisbakkers, André van Duin, Janny van der Heijden en Robèrt van Beckhoven gericht. Hoog tijd om de mensen van de productie in de spotlights te zetten, vindt jurylid Van der Heijden.

Logistieke puzzel

Het productieteam bestaat uit een productieleider, een producer, een productieassistent en zogeheten runners. Afhankelijk van hoeveel bakkers er in de tent staan, zijn dat er tussen de vier en zeven. Ze zorgen ervoor dat de bakkers alle benodigdheden op hun werkbank hebben staan, dat de afwas wordt gedaan en de werkbanken schoon zijn. “Zij beginnen als eerste, rond half 7 ’s morgens, en vertrekken vaak pas na elven in de avond. Werken bij Heel Holland bakt is dus niet alleen maar taartjes eten: het is keihard werken.” Alleen al de inkoop van de ingrediënten is volgens Van der Heijden een enorme logistieke puzzel voor de productie. “Ga maar na. Voor de eerste aflevering moeten ze de ingrediënten bestellen van tien individuele signatuuropdrachten, tien unieke spektakelstukken én de technische opdracht in tienvoud. Dat is een enorme boodschappenlijst.” Voordat de inkopen worden gedaan, controleren de culinaire redactie en de juryleden alle recepten uitvoerig. “We kijken of de hoeveelheden kloppen en of alle ingrediënten te verkrijgen zijn. Als ik bijvoorbeeld in een recept van hartige taart witte asperges zie staan, waarschuw ik alvast als die niet in het seizoen zijn.” Tijdens de opnamedagen weegt de productie voor iedere bakker de ingrediënten af – plus een beetje extra voor als het misgaat – en zetten ze het juiste ‘gereedschap’ klaar. De bakkers zetten hun afwas in een krat met hun naam erop. “Zo weet de productie precies wie welke spullen op de werkbank heeft staan, om te voorkomen dat de ene bakker vier spatels heeft en de andere nul.” Na iedere opdracht zetten de runners de volle kratten in een soort golfkarretje met laadbak en sjezen ze naar de productieruime. Daar wassen ze alle kommen, spatels en pannen zo snel mogelijk af. Van der Heijden: “Heb je ooit een pan afgewassen waarin karamel is aangebrand? Dat is geen fijne klus. En het moet in no-time schoon zijn, want we kunnen niet alles in twintigvoud op voorraad hebben.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 8. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier.

Tekst: Marjolein de Jong