Meer Mikro

Thijs Römer: “Moordvrouw blijft leuk”

Thijs Römer speelt in twee RTL-series: Moordvrouw en Weemoedt. De laatste werd door hem zelf geschreven, deels geregisseerd, geproduceerd én hij speelt de hoofdrol. “Het is echt van mij, dat maakt heel kwetsbaar.”

Deze week begint het zesde seizoen van ‘Moordvrouw’. Is het nog steeds leuk om te doen?

“Absoluut. Zolang ik de rek en de progressie nog voel, blijf ik het leuk vinden. Dit seizoen worden verhaallijnen verspreid over meerdere afeveringen. Een plot wordt dus niet meer in 42 minuten gepropt. Dat maakt het spannend én als acteur is het ook leuker, omdat je je rol meer kunt uitdiepen. De serie is volwassener geworden.”

Je leerde Wendy van Dijk kennen op de set van ‘Moordvrouw’. Inmiddels zijn jullie beste vrienden. Waarom passen jullie zo goed bij elkaar?

“We zijn allebei best vrolijk en staan positief in het leven. We zijn gevoelig, zorgzaam en kunnen ontzettend hard met elkaar lachen. We kunnen ook heel goed samen spelen. Ik hoef maar een klank in een woord te horen om te voelen welke kant we opgaan. In afevering vijf en zes overkomt Wendy’s karakter Fenna iets heel heftigs. Zij speelt dat zo ontzettend mooi. Als tegenspeler ben ik dankbaar dat ik daar aan mag bijdragen. Ik heb wel eens tegenspelers gehad met wie ik na een uur alle uithoeken van elkaars spel had gezien. Met Wendy ben ik nog lang niet uitgespeeld. We tillen elkaar op, maken elkaar beter.”

Vorige week begon ‘Weemoedt’. Waar gaat deze serie over?

“Job Weemoedt is een manager van zangers, presentatoren en een enkele voetballer. Hij is een opgeblazen kikker die verandert in een zielig hoopje ellende als zijn vrouw hem verlaat. Hij heeft liefdesverdriet en weet zijn leven niet meer op de rails te houden. Totdat hij niets meer over heeft en met zichzelf moet zien te dealen.”

Het hele interview lees je in Mikro Gids editie 1. Ben je geen abonnee maar wil je niets meer uit de gids missen? Je kunt hier abonnee worden.

MOORDRVOUW, ZONDAG 8 JANUARI, RTL 4, 20.00
WEEMOEDT, MAANDAG 9 JANUARI, RTL 5, 21.30

Tekst: Deborah Lightenberg, beeld: Anouck Wolf