Mr. Frank Visser beleeft enkele jubilea. Hij is dertig jaar televisierechter, hij wordt volgend jaar 75 en zijn tiende seizoen van ‘Mr. Frank Visser doet uitspraak’ start. “Ik heb Nederland zien veranderen.”
“Heb je geen last van het fonteintje?” Mr. Frank Visser is niet bang dat ik hem voor geluidsoverlast aanklaag. Het gaat om het opnameapparaat dat ons gesprek moet opnemen. In zijn achtertuin, begeleid door het geluid van klaterend water, hond Kees die rondloopt en uitzicht op een muur die geen erfgrensproblemen oplevert, vertelt Visser over zijn jubileum als televisierechter. Hij zit dertig jaar in het vak en heeft de wereld zien veranderen.
Waarom bent u rechter geworden?
“Als kind wilde ik marconist worden, radio-officier op zee. Dat beroep bestaat niet meer. Gelukkig kreeg ik op de hbs-A recht en dat vond ik ook een mooi vak. Ik denk dat het door de manier van denken komt. Het zijn veel regels die je moet kennen, en vanuit die algemene regels kun je bijzondere gevallen oplossen. Eigenlijk precies wat ik als kantonrechter deed en in mijn programma’s doe.”
Heeft het ook te maken met uw jeugd?
“Mijn moeder had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen na het overlijden van mijn vader. Ze beheerde een café dat de bijnaam Wild West Café kreeg, er gebeurde weleens wat. Daarnaast moest ze opboksen tegen een machtige brouwerij. Ik was acht of negen in die tijd en dat maakte indruk. Het heeft er minimaal voor gezorgd dat ik altijd een beetje opstandig ben tegen grote bedrijven of instanties. Die komen te vaak met hun daden weg. Als officier van justitie merkte ik dat de grote boeven minder vaak opgepakt worden en dan ook nog vaak een veroordeling ontlopen. Na een paar jaar kreeg ik daardoor zoveel last van mijn maag dat ik met zulk soort zaken gestopt ben.”
Hoe begon u met ‘De rijdende rechter’?
“Ik dacht oorspronkelijk dat het een programma was met drie rechters. Ze hadden niet verteld dat het een soort competitie was. Op een gegeven moment koos een kijkerspanel, wie ze het leukst vonden. Dat was ik. Waarom? Misschien omdat ik de jongste was. Die anderen waren in de zestig, ik was 44. Ja, dat is lang geleden.”
Tekst: Maarten van der Meer