Interview
Fotocredit: Manon van der Zwaal

Özcan Akyo: ‘Om de Nederlandse taal te doorgronden, las ik literatuur’

Tijdens de Boekenweek ontvangt Özcan Akyol schrijvers, dichters en burgemeesters. Samen met de leesclub bespreekt hij de boeken van onder anderen Philip Huff, P.F. Thomese en Susan Smit.

De vanger in het graan – J. D. Salinger (1951)

“Ik was minder eenzaam nadat ik dit boek over een zestienjarige jongen die van school wordt gestuurd, had gelezen. Ik voelde me lang erg onbegrepen. Dat er iemand was die dat gevoel in een boek op deze manier kon verwoorden was nieuw voor me. Met weinig woorden zoveel overbrengen. Ik herlees dit boek ieder jaar. Het brengt me terug naar de basis van het leven. Soms weet ik het allemaal niet meer zo goed. Wie ik ben en waar ik het voor doe. Dan helpt dit boek om me zelf te resetten.”

De morgen loeit weer aan – Tip Marugg (1988)

“Dit boek gaat over niet veel meer dan een man die met een fles whisky op het strand zijn leven overdenkt. Maar de taligheid is me altijd bijgebleven. Het leest als een lang gedicht, vol mooie beschrijvingen en bijzondere metaforen. Sommigen vinden dit soort taal te wollig, maar mij heeft het doen inzien dat je kan variëren in stijl. Daar heb ik profijt van in mijn werk. Het schrijven van boeken is heel anders dan columns. Ik heb mede door dit boek leren schakelen in mijn taalgebruik.”

Het lijden van de jonge Werther – Johan Wolfgang von Goethe (1774)

“De hoofdpersoon verbindt zijn bestaansrecht aan een onmogelijke liefde. Hij schrijft brieven aan een vrouw die hij nooit zal kunnen beminnen. Dat doet hij ongelooflijk gedetailleerd en dat is pijnlijk om te lezen. Het had pathetisch kunnen zijn, maar dat is het dus niet door de grote kwetsbaarheid. Hij heeft geen remmen meer en geeft zichzelf enorm bloot. Het boek bracht destijds een zelfmoordgolf onder mannen teweeg en is zelfs een tijdje verboden geweest.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 10. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier.

Tekst: Jaap Friso