Interview
Fotocredit: Janita Stassen/MAX

Martine van Os: ‘Ik geniet van uitgesproken types’

Martine van Os trekt in We zijn er bijna! met caravans en campers over de Balkan. ‘De deelnemers vallen liever dood neer op reis dan een dag te lang achter de geraniums te zitten.’

Is dit een intensief programma om te maken?

“Jazeker, ik ga altijd de volle vijf weken mee. Ik slaap zelf niet in een caravan, maar wel in een huisje op de camping of in een hotel zo dichtbij mogelijk. Het is dus opstaan en hup de camping op. Dat is best intensief, maar het kan niet anders. We verzinnen er niets bij, het is wat het is. Je moet er dus altijd zijn om niets te missen.”

Dit jaar gaan jullie naar de Balkan. Was dat bijzonder?

“Ik vond het verrassend mooi. Je ziet nog wel overal sporen van de oorlog. Verlaten huizen, of gebouwen met kogelgaten. Maar de bewoners zijn vriendelijk en van zins om er iets van te maken. Qua natuur zijn het mooie landen. Heel afwisselend ook. We gingen van sneeuw naar 37° C. Hoog in de bergen vind je prachtige ongerepte gebieden. Je hebt er ook veel onverharde wegen en wegen waar geen twee auto’s naast elkaar passen. Het was vaak hogeschoolcaravanrijden.”

Bellen mensen Omroep MAX omdat ze mee willen?

“Ja, dat gebeurt veel, maar zo werkt het dus niet. Dit programma draait niet om mensen die op tv willen. Juist daarom gaan we met een bestaande reis mee. Ze horen pas dat wij erbij zijn als ze boeken, dan kunnen ze nog kiezen of ze het zien zitten. Als mensen na een gesprek met mij in hun caravan liggen te woelen over wat ze hebben gezegd, dan gaan we het toch niet uitzenden. Dat gebeurt ook eigenlijk nooit, maar het is wel de manier waarop we dit programma maken. En er mag zeker gelachen worden, maar nooit óm elkaar, altijd mét elkaar.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 28/29. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier

Tekst: Tijgerbloedteksten