Interview
Fotocredit: Florentien van der Marck

Eva van Der Gucht: ‘De scripts zijn een groot geschenk voor een acteur.’

Eva van Der Gucht begint als de nuchtere Carola Metsers aan het tweede seizoen van Oogappels en geniet daar enorm van. ‘De scripts zijn een groot geschenk voor een acteur.’

Wat voor type is Carola?

“Een nuchtere, gezellige vrouw met een fijne man, een zoon en een vintagewinkel. Maar ze heeft ook een groot, onverwerkt verdriet: ze verloor een kind. In plaats  van ermee te dealen heeft ze dat gigantische onderdeel van haar leven weggestopt in een kluis op zolder. Aan de oppervlakte lijkt ze alles op orde te hebben, maar daaronder schuilt veel pijn. Dat innerlijke gevecht is mooi om te spelen. Carola is bang dat een tsunami van emoties haar overspoelt als ze de kluis opent. En dat gebeurt ook aan het einde van het eerste seizoen.”

Van welke scènes genoot je het meest?

“De scènes als gezin, etend aan de tafel. Daarvan namen we er meerdere per dag op, dus op een gegeven moment konden we de nasi, bami en spaghetti niet meer zien. Ze zijn wel het allerleukst om te spelen, omdat je de dynamiek in zo’n gezin ziet. Hoe iedereen praat over koetjes en kalfjes, terwijl er ondertussen duizenden dingen spelen.”

Wat is volgens jou de kracht van ‘Oog appels’?

“Dat je de verhalen ziet vanuit drie generaties: pubers, ouders en grootouders. Dat maakt de serie heel herkenbaar. Ook als je, zoals ik, geen kinderen hebt. Daarbij is het enorm goed geschreven. Elk personage heeft zijn eigen taal en toon. Dat is een groot geschenk voor een acteur. Telkens als wik de scripts las, kreeg ik zin om ze te spelen. Ook de vele goede acteurs zijn een kracht. Zeker de jongere, zij zijn nu al grote talenten. En natuurlijk regisseur Will Koopman. Zij bewees zich al ruim met Gooische vrouwen en Divorce, maar ook nu heeft ze precies de juiste toon te pakken. Dit seizoen is nog beter dan het eerste.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 8. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier

Tekst: Carlijn Schepers