Interview
Fotocredit: Stephan Heijdendael

Dione de Graaff en Herman van der Zandt over de Tour

Een startplaats buiten Frankrijk, kasseien, legendarische beklimmingen. De 109e Ronde van Frankijk heeft alles in zich. Tourvolgers Dione de Graaff en Herman van der Zandt blikken vooruit en kiezen ieder drie ijkpunten uit het parcours.

1. Kopenhagen

Herman van der Zandt: “Ik verheug me op Denemarken, ik ben nog nooit in Kopenhagen geweest. Wel vind ik het net te ver voor een Tourstart. Het peloton kan niet in een paar ritten naar Frankrijk rijden. Gelukkig is Denemarken een echt wielerland, met een generatie toprenners. Ik verwacht dus enthousiasme langs de weg. De tweede etappe wordt interessant, met kort voor de finish een brug van 18 kilometer lang over de zeestraat de Grote Belt. De wind heeft daar vrij spel, klassementsrenners zijn nu al zenuwachtig.”

2. Arenberg

Dione de Graaff: “Kasseien in de Tour betekenen spektakel. Goed dat zo’n rit erin zit. Kasseien rijden is een discipline op zich, net als klimmen en sprinten. Sommige favorieten zijn er niet goed in, die trainen nu al een jaar op die stenen.”

3. Alpe d’Huez

Herman: “Ik vind het heerlijk in de bergen, veel beklimmingen heb ik zelf gefietst. Alpe d’Huez blijft een mythische klim, maar om te rijden helemaal niet leuk. Saai. Veel bochten ja, maar daarvoor ga ik niet op de fiets zitten. Onderweg is er ook weinig uitzicht. En de aankomst op Alpe d’Huez… Dat is gewoon een skioord. De klim is legendarisch vanwege drie Nederlanders die er ooit gewonnen hebben, maar dat is alweer dertig jaar geleden, hè. Daar hebben we het nog steeds over. Het levert wel altijd wat leuks op in de achterhoede. Ik kan me voorstellen dat het een pandemonium wordt, als Mathieu van der Poel door de Nederlandse bocht gaat.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 26+27. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier.

Tekst: Joost Hanewinkel