Interview
Fotocredit: Ruud Baan

Cornald Maas: ‘Het zou me verbazen als S10 de finale niet haalt’

Van de zeventien acts die aantreden tijdens de eerste halve finale van het Eurovisie Songfestival mogen er tien door naar de finale. Cornald Maas tipt de vijf opvallendste landen.

Moldavië: Zdob si Zdub & Fratii Advahov – Trenuletul

“De bookmakers geven Moldavië geen schijn van kans en ook de fans lopen er niet warm voor, maar ‘Trenuletul’ zou best voor een verrassing kunnen zorgen. Authenticiteit wordt namelijk steeds belangrijker op het festival. Zdob si Zdub heeft een totaal eigen sound: een mix van pop, jazz en klezmer die laat zien hoe rijk geschakeerd Europese muziek kan zijn. ‘Trenuletul’ komt direct na Nederland en is een van de favorieten van S10, omdat het zo muzikaal en uniek is.”

Griekenland: Amanda Tjenford – Die together

Vorig jaar mocht de Nederlandse Stefania het land vertegenwoordigen, dit jaar kozen de Grieken voor de half-Noorse singer-songwriter Amanda Tjenford. Ze heeft een nummer afgeleverd dat voor de verandering helemaal niets te maken heeft met de traditionele Griekse muziekcultuur, ‘Die together’ is heel hedendaags en klinkt vrolijk. Ja, ook al gaat het nummer over een verbroken relatie die zo pijnlijk is dat je liever doodgaat. De grote vraag is alleen of het lied live overeind blijft; Amanda Tjenford heeft het nog niet op een groot podium gezongen. Als de vocalen goed genoeg zijn, kan ze voor een verrassing zorgen.”

Noorwegen: Subwoolfer – Give that wolf a banana

“De Noorse inzending is vooral een goed uitgevoerde gimmick. Subwoolfer bestaat uit twee onbekende mannen die optreden met een wolvenmasker, alsof je ineens in de Noorse versie van The masked singer bent beland. Zoek geen diepere boodschap in de tekst van het nummer dat een bizarre versie van Roodkapje vertelt. Het is bovenal een van de weinig echt vrolijke, pretentieloze inzendingen van dit jaar.”

Het hele interview leest u in Mikro Gids 19. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? Abonnee worden kan hier.

Tekst: Jef Willemsen